Rot Russen….

Vroeg op want we moeten om 7 uur in het water liggen. Nou zijn we deze expeditie erg goed in het tijdrekken en dat gebeurd ook vandaag weer. We liggen uiteindelijk pas om half 9 op het wrak. Het wrak zou vistrawler de Britta moeten zijn maar al vrij snel nadat we het rondje beginnen komen we een knoepert van een stoomketel tegen. Geen vistrawler dus. Het zicht is mager en omdat het nog wat vroeg is, is het erg donker op het schip. Desalniettemin is het een prachtige duik. We zien een blauwtipje, paarse waaier slak, eitjes van dwergpijlinktviseitjes en een Galathea van niet meer dan een millimeter of 5. Even voorbij de ketel is een gevecht op dood en leven gaande. Vier hooiwagenkrabben staan met hun schaarpoten wijduit en hebben een heremietkreeft omsingeld. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat de heremietkreeft zich iets aantrekt van de voor hem scharminkels van beesten maar het ziet er grappig uit. Aangezien de duik redelijk diep is (rond de 38 meter) kunnen we niet al te lang blijven. Boven is het tijd voor ontbijt. We gaan een flink stuk varen, zo’n 50 mijl om richting Nederland te gaan want morgenochtend moeten we bij het Vaderdagwrak zijn omdat we daar de pers gaan ontmoeten. Hart van Nederland komt, de Spits en Metro en nog een aantal kranten. Het volgende wrak wordt als altijd met de dynamische planning veranderd en we stomen op naar de Russische onderzeeër, een duikstek waar met name Cyriel en Rob slechte herinneringen aan hebben vanwege een nachtduik, met veel stroming, uiterst mager zicht, dikke deco en koppijn van Rob. Ik heb er tijdens de expeditie Bruine Bank voor het eerst opgedoken en dat was toen een topduik, dus mijn verwachtingen zijn iets positiever. We moeten om 3 uur te water maar zoals altijd zijn we weer aan de late kant. Rond kwart voor 4 gaan we te water en merken meteen al dat het werken wordt. We moeten de ankerlijn stevig vasthouden en trekken onszelf naar beneden. Vijf minuten doen we over de afdaling van iets meer dan 30 meter, iets waar we normaal gesproken een minuut of twee overdoen. Het laatste stuk zelfs met twee handen voortrekkend aan het touw. Het wrak is wederom prachtig. Het is nog geheel intact, de vormen van de onderzeeër zijn prachtig te zien. We duiken in de luwte die het wrak levert en vinden ergens een flink stuk net dat we te lijf gaan. We moeten aardig doorzagen maar uiteindelijk krijgen we een stevige postzak vol. We laten een hefballon op en vertrekken naar de ankerlijn. Als we boven de bescherming van het wrak uitkomen realiseren we ons pas weer hoe hard het stroomt. Cyriel moet zich vasthouden aan wat gaten in de huid van het wrak maar komt nauwelijks vooruit. Ik pak het andere eind van de zak en Cyriel laat wat lucht uit de hefballon want die trekt on helemaal van onze vinnen. We tijgeren over de huid van de onderzeeer naar de ankerketting en die volgen we… Helaas de verkeerde kant op want we einde bij het anker en niet bij de afdaallijn. We keren om en worden met een rotvaart meegenomen, we grijpen ons vast aan de lijn en worstelen de postzak vol netten naar een oog dat in de afdaallijn gemaakt is. Daar hangt Rob Verboom, die ook overduidelijk hangt te worstelen om niet los te raken en hij geeft duidelijk aan dat hij daar geen postzak bij kan gebruiken. Geen nood, wat hoger op zijn nog een paar ogen gemaakt. Heel voorzichtig en weloverwogen passeren we Rob en vinden een lege plek op de lijn met een oog. Cyriel wil wat lucht in de hefballon laten stromen maar de bellen uit zijn automaat vertrekken horizontaal in de klapperende stroming. Opblazen is dus kansloos. We laten de half gevulde ballon achter en klauteren omhoog. Daar hangt het halve team als was aan de lijn te wapperen. Ik verwacht elk moment dat de stroming weg gaat vallen. Niet omdat dat echt gaat gebeuren maar omdat de ankerlijn losgemaakt wordt en het anker omhoog geschoten wordt. Relatief lijkt het dan namelijk opeens of er geen stroming meer is omdat de afdaallijn net zo hard als jij meedrijft in de stroming. Het duurt echter erg lang voordat dat gebeurd maar uiteindelijk voelen we dat de spanning van de lijn gaat en kunnen we onze verkrampte handen en armen wat rust gunnen.