Hotel onder het dak van de wereld

Vandaag gaan we weer een poging wagen om een leuk uitje te beleven. Na een avond met een geweldig kampvuurtje kunnen we uitslapen en hebben we de ochtend om te onthaasten. We maken van de gelegenheid gebruik om zelfstandig in de rimboe naar de vijver naast de lodge te wandelen. Meteen worden we betrapt door de strenge bedrijfsleidster, we lopen op slippers in plaats van dichte schoenen. Er liggen namelijk overal doornen die zo dwars door je zool heengaan. Maar inmiddels bekend, wij zijn eigenwijs. Aldaar staat een reus van een Baobab boom, het is echt niet normaal hoe hoog en dik deze kunnen worden (dit exemplaar doorsnee van 6 meter ofzo).

We doden de rest van de tijd met wachten op onze lunch, voor 4 burgers moet je zeker een uur en een kwartier uittrekken. Maar ze smaken dan ook uitstekend en zelfs de veggie burger is huisgemaakt! En eindelijk is het tijd en worden we opgehaald door de gids. Samen met nog 2 Nederlanders en 3 Franstalige Belgen gaan we op pad, via de Afrikaanse massageweg richting de stokstaartjes. Nu weet ik waar het wereldberoemde kinderliedje ‘Mooie weg, hobbelige weg, gat in de weg’ vandaan komt. Het enige wat je kunt doen is meebewegen met de flow en geen antibeweging maken. Ineens geeft de gids een slinger aan het stuur naar rechts en staan we oog in oog met de stokstaartjes! Het is een troep met een aantal grotere maar zeker ook een flink aantal kleinere staartjes, die nieuwsgierig onze kant op kijken. Overal zijn holen waar ze in- en uitvliegen en af en toe wordt er flink gegraven. De befaamde rechtop houding is bedoeld om uit te kijken naar roofdieren. Ik mag naast een hol liggen en ik doe alsof ik een heuveltje ben (zennnn….). Het werkt! In no time staan er 4 stokstaartjes mijn rug te gebruiken als verhoogd uitkijkplatform! Ik krijg de kans om van heel dichtbij de beestjes te bestuderen. Een grote glimlach is niet meer van mijn gezicht te krijgen.

We vervolgen onze hobbelweg om een aantal van onze medepassagiers te droppen op quad bikes. Wij houden niet zo van lawaai en stof en blijven lekker in de truck zitten. In de verte kleurt de horizon wit: daar is de zoutpan! Voor ons doemt een enorme vlakte op, wittig gekleurd van het zout, met hier en daar een grassig eiland. We dringen het territorium van de jakhals binnen, die aan de poort de wacht houdt voor gespuis zoals wij. Maar verder is de vlakte één grote lege eindeloosheid. We stoppen onderweg om de zonsondergang te bewonderen. Snel trekt de lucht naar geel-oranje-rood en mooie plaatjes worden geschoten. Het zout onder onze voeten heeft een soort substantie als verse sneeuw. Het kraakt als we erover heen lopen als de eerste stappen in verse sneeuw. Willem doet een poging om dat aan de gids uit te leggen, maar ja, als je nog nooit sneeuw gezien hebt… En dan besef je ineens weer dat je in de Kalahari woestijn zit: de temperatuur zakt sneller naar beneden dan je met je ogen kunt knipperen. Eerder in deze reis berichtten we over ijskoude ritten met fleecedekens in het Krugerpark, vandaag krijgen we kabouterponcho’s met ingebouwde dekens en een capuchon. Ziet er niet uit maar heel erg effectief in de warmtevoorziening. Plotseling doemt er in de verte een vierkant figuurtje op. Met al die luchtspiegelingen weet je nooit wat het is, maar als we dichterbij komen zien we een toilethokje op 9 uur en op 12 uur een koksfiguur in het wit verschijnen met een vuurtje en hot towels. Het lijkt wel een 4 sterren hotel! Dit is ons kamp voor vannacht: midden in de Ntwetwe zoutpan. De stoelen staan klaar bij het heerlijk warme kampvuur, de wijn wordt ingeschonken en kokkie heeft al een braai klaar. Gepofte aardappel, superzachte butternut (pompoen), maisbrood en een stukkie steak en boerewors, het smaakt weergaloos. De gids vertelt passievol over zijn jeugd in deze regio (als cowboy) en de liefde voor de Afrikaanse natuur spat er vanaf. De fles koude thee wordt tevoorschijn gehaald, alhoewel een enkeling verdwijnt in de eindeloosheid om te fotograferen. Want eigenlijk had ik een understatement gebruikt. We slapen niet in een 4 sterren hotel maar een triljoen sterren hotel.

Boven ons verschijnt de Melkweg zoals we hem nog nooit eerder hebben mogen aanschouwen. We leren nieuwe sterrenbeelden en zien planeten die we volgens mij op het noordelijk halfrond nooit zullen zien. Dan wordt het tijd voor de rondleiding door de slaapkamers. Her en der zien we hoopjes bedden liggen (we zijn met een aantal groepjes), bestaande uit een canvas omhulsel met ritsen die helemaal dicht kunnen en daarin een matras met een keurig opgemaakt bedje. Met een heerlijke warmwaterkruik in onze handen duiken we het openluchtbedje in.
Ik wil helemaal niet slapen. Ik wil eindeloos genieten van de enorme sterrenhemel, de vallende sterren blijven aanschouwen en deze unieke belevenis voor altijd in me opnemen. Ik wil hier eeuwig blijven liggen. Het ligt zo lekker warm en het uitzicht… Maar natuurlijk val ik in slaap. Midden in de nacht word ik wakker, gelukkkig, de sterrenhemel is er nog! Zonder enig wild beest in de buurt durf ik nu wel naar het toilet, waarvan het lichtje schijnt in de verte. Ik doe een poging om verder te slapen maar ben teveel afgeleid door de vallende sterren. What the hell, slapen doen we morgen in de auto wel. Op een gegeven moment zie ik de maan verschijnen en het kleurt op aan de horizon. De zonsopgang kondigt zich aan. Ik voel een soort gevoel dat je vroeger had aan het einde van een schoolreisje. Zodra je terug bent is de magie verdwenen, ook al probeer je eerst je ouders voor de gek te houden door de gordijntjes dicht te doen. Ik haal een kopje thee op bij kokkie en draai me om voor een geweldige zonsopgang op een geweldige plek. Aan alles komt een eind (en aan een wors zelfs twee). We racen weer terug over de Afrikaanse massageweg en gaan ontbijten in de lodge. Jammer, het is voorbij, maar de ervaring is iets wat blijvend door mijn hoofd blijft spelen tijdens de komende 400 kilometer die we moeten afleggen. Want de ene ervaring is nog niet verwerkt of we zijn alweer op weg naar het volgende avontuur: op naar de gigantische olifanten in Chobe!


4 gedachtes aan “Hotel onder het dak van de wereld

  1. hanny van der werff

    geweldig om op deze manier iets mee te krijgen van jullie reis. Die sterrenhemel: wauw!!!
    groeten Hanny

  2. Rik Polman

    Ik wil ook (weer)
    Wat een mooi verhaal met vallende sterren.
    Een ster schrijver bedoel je.

    Ik geniet van jullie verhalen en hier regent het weer en is te koud voor deze periode van het jaar 🙁

    ik ga bewust wel slapen 🙂

    Rik