En hoe verder zij gingen, des te langer was de terugweg…

Ons thuis….

Al weken stopte ik het heel ver weg, maar op een gegeven moment kon ik het echt niet meer ontkennen: er moet gereisd worden en wel ver. De wekker gaat vroeg, maar voor mijn doen weet ik me verrassend snel in de kleren te hijsen en de laatste spullen te pakken. Onze chauffeur in de persoon van de allerliefste Suus komt met een vrolijke ‘goedemorgen’ binnen. Hup, tassen in de auto en gaan met die banaan. We spoelen vooruit naar het inchecken en worden verrast door het feit dat we lijdend voorwerp zijn van de oefening ‘manueel inchecken’. De module geduld wordt weer ernstig op de proef gesteld, alhoewel we goed op tijd waren, de rij achter ons groeit en groeit en groeit. Zoals altijd wordt geduld echt wel beloond en we mogen door naar de security scan. Ik was al begonnen met alle gevaarlijke dingen uit mijn tas te halen, maar een vriendelijke ‘nee dat hoeft niet meer, we hebben nieuwe apparaten’ klinkt en al nadenkend over hoe dat stukje technologie dan werkt loop ik gauw door.

Singaporese Snackstal

En dan begint de ellende: eerst 12 uur vliegen naar Singapore. Eitje. Hebben we vaker gedaan. Er ontstaat een kleine commotie: waar is Mr. Shinga, onze medepassagier aan het raam? Er ontstaat bij ons de hoop dat we in de rij van drie één extra stoel kunnen gaan benutten. Maar meestal wordt dat soort hoop net op het laatste moment weggenomen door een laatkomer. Elke nieuwe binnenkomer wordt met argwaan weggekeken en het werkt. De deuren gaan dicht en we juichen zacht maar overtuigend en schuiven gauw een plekje op. Het is zo goed als onbewolkt, dus ik vermaak me het eerste half uur wel met het zoeken naar landmarks. Ik meen zelfs Dedemsvaart te kunnen zien liggen, waar thuisblijvertje Sjaak de komende vier weken de buurt onveilig gaat maken. De filmkeuze is reuze en de tijd vliegt vanzelf weg. In Singapore effe overstappen op de vlucht naar Auckland, slechts 10 uur vliegen nog. We beginnen al aardig brak te worden door het tijdsverschil en proberen zoveel mogelijk te slapen (wat natuurlijk maar weinig lukt). Maar ook daar komt met een beetje geduld vanzelf een eind aan. Het valt me mee de reis, ik had er behoorlijk tegenop gezien.

Bij de douane sluiten we naar goed gebruik natuurlijk eerst aan in de verkeerde rij, die van ‘all passports’. Maar van Queen Elizabeth mogen ook wij door de automatische controle met ons EU-paspoort, althans de vrouwen. Van elk stel zie ik dat de vrouwen zonder problemen door mogen, maar de mannen mogen naar de ‘assistence desk’. Tja…

We zijn er bijna…

De bagage rolt al van de band af voordat we een karretje kunnen pakken en na een goed gesprek met de aardige meneer van de customs mogen we een ronde verder naar de yellow bus, die ons naar het hotel brengt (wanneer ook eindelijk de Nederlandse bejaaiden die nog geld moesten wisselen ook komen aansjokken. De buschauffeur kreeg al rode vlekken). En omdat we zo aardig waren om vooruit te betalen, krijgen we een upgrade: een grotere kamer wordt gezegd. Nou ja, het is feitelijk een groter bed waardoor de kamer zelfs wat krapper is, maar dat boeit me totaal niet. De heenreis zit erop, we hebben het overleefd! Het is 01.00 uur ’s nachts en ik mag eindelijk slapen….

4 gedachtes aan “En hoe verder zij gingen, des te langer was de terugweg…