Steengoed

Acht uur ’s ochtends. In het waterige ochtend zonnetje zitten we met de duikset op de rug klaar om te gaan duiken. ’t Wordt anders dan andere keren. De afdaallijn zit vast aan de cdt. Fourcault dus we kunnen zo vanaf de boot de duik starten. En beneden wacht er geen wrak! Sommige die-hard wrakduikers zijn zo ontheemd dat ze de duik dan ook aan zich voorbij laten gaan, maar ik zit vol verwachting klaar om overboord te gaan. Beneden ligt namelijk een klein stukje Zweden. Meer dan honderdduizend jaar geleden was hun belangrijkste exportartikel namelijk niet Ikea maar ijs en stenen. Als een enorme bulldozer is het ijs op weg gegaan vanuit Zuid-Zweden richting Nederland. De enorme hoeveelheid ijs die op het land opgeslagen was zorgde ervoor dat de zeespiegel laag genoeg was geworden naar Engeland te wandelen. Langs de uiterste randen van dit enorme ijsveld gaan enorme ijstongen vooruit en duwen alles vooruit en opzij en bereiden Nederland voor om op termijn een paar prachtige gebieden zoals de Utrechtse heuvelrug en de Veluwe rijker te worden. Maar ook in de grote zandbak die later Noordzee gaan vormen gebeurd van alles. Zo is de Doggersbank eigenlijk niets anders dan een Utrechts heuvelrug onderwater. En hier voor de kust van Schiermonnikoog stopt de opmars van één van de enorme ijstongen. Het puin dat het ijs op zijn weg heeft meegesleept blijft achter en vormt een morene: een verzameling stenen variërend van grind tot zwerfkeien van 4 meter groot op een relatief klein gebied dat we tegenwoordig de Borkumse stenen noemen.

Iedere duiker weet: hard substraat rocks! We dalen af langs de lijn en komen terecht in Jacuzzi van bellen van de duikers die rond de ankerlijn bezig zijn. We maken ons eigen wrakreeltje vast en vertrekken in een andere richting. In eerste instantie zwemmen we over een zandvlakte maar net als we onze koers willen verleggen doemt de eerste steen op. Op de rots van zo’n 50 cm doorsnee heeft zich een compleet biosysteem vastgehecht. Anemonen vechten om een plekje bovenop, voor de steen heeft een Noorzeekrab zich ingegraven, aan de zijkant is een paartje zwartvleklipvissen een nestje aan het bouwen en aan zijkant zit wat hydroiet met ernaast een dikke witte streng met naaktslakeitjes. Aan de achterkant waar de anemonen half over het zand hangen, heeft zich een harnasmannetje verstop met op zijn kop een steurgarnaal die zijn schaartjes zit te poetsen. Elke steen die zwaar genoeg is om het getijde te weerstaan is een mini-tuintje geworden, een wereld op zich. En er liggen er hier honderden! En tussen de grote stenen zie je de bewoners van het zand: heremietkreeften, pitvissen, bodemgrondels en slibanemonen. Het is eigenlijk “the best of both worlds”: hard substraat en zandbodem in 1 oogopslag. En dat blijkt ook wel uit het feit dat er op de Borkumse stenen een soortenrijkdom is die hoger is dan van op wrakken, terwijl wrakken toch beschouwd worden als de hotspots van het leven op de Noordzee.
’s Middags wordt er besloten om een poging te wagen om nog meer hoogtepunten te combineren. Er liggen een aantal wrakjes in het gebied en die worden met sidescan sonar en dropcam uitgecheckt om te zien of we wellicht een wrakje kunnen vinden dat boven op een zwerfkeienveld terecht is gekomen. We varen een paar uur rond om uiteindelijk te eindigen op de plek waar we vanmorgen gestart zijn met de welluidende naam: Borkumse stenen 999. De wind is inmiddels behoorlijk aangetrokken met als gevolg dat de golven ook flink toegenomen zijn. We maken ons weer klaar voor een tweede duik op de stenen en weer is het een lekker duikje. Toegegeven, zo’n eerste keer kun je niet toppen maar het blijft gaaf om tussen al die stenen rond te neuzen. Het terug op de boot komen vraagt de nodige moeite met de golven maar het lukt uiteindelijk om de hele kudde weer veilig op het droge te krijgen.

Als ik mijn gewone kleren weer aan heb en op het achterdek uit de wind zit na te genieten van een mooie dag, kruipt er toch weer een donkere gedachten naar boven. Zoals Fred Groen, onze havenzanger pur sang, zou zingen: “wordt de vreugde soms vermengt met droevenis”. De politiek heeft namelijk in al zijn “wijsheid” besloten dat de Borkumse stenen niet aangewezen worden als Natura2000 gebied. Ik zou willen dat ik de beleidsmakers door mijn ogen mee kon laten kijken om te zien wat een uniek stukje Nederland we aan zijn lot overlaten. Een gemiste kans.