Vandaag het laatste stuk van de Great Ocean Road, tot aan Torquay. Ik vind dit stuk het mooist van de route. De weg slingert zich langs de kust, klimt soms omhoog en geeft je een vergezicht over de oceaan en daalt dan weer af naar een baai waar een klein stroompje uit de bergen het laatste stuk overbrugt naar de zee. Strandjes wisselen af met steile kliffen en alsmaar is er de oceaan. Vandaag kalm met kleine golfjes. Vanaf Geelong nemen we de weg over het schiereiland voor Melbourne om de drukte van de stad te vermijden. We nemen bij Queenscliff het veer dat ons naar het Mornington schiereiland brengt. We moeten om de Western Port Bay heen rijden om met de brug op Phillip Island te komen. Het eiland zelf is niet al te interessant op één ding na en dat zijn de dwergpinguïns. De grootste kolonie ter wereld komt hier voor (is niet zo’n kunst aangezien ze alleen hier en in Nieuw-Zeeland voorkomen) en het nationale parkbeheer heeft daar goed op ingespeeld. Gelijk als we de brug over zijn (met een zeearm waar met gemak de advanced specialty driftduiken gedaan kan worden) staan er borden met Pinguïn parade. We rijden er heen en komen op een gigantische verlaten parkeerplaats (met zulke ontzettende %^&$#verkeerdrempels die op zich een reden zouden kunnen zijn om er niet meer heen te gaan). We besluiten, ondanks het feit dat er een flink circus van gemaakt is, om toch te gaan. De parade begint met de zonsondergang dus we hebben nog even. Een camping gezocht én gevonden, eten vast een beetje voorbereid (lekker pasta met verse tomatensaus!) en rond een uur of 6 staan we paraat voor de parade. We zijn aan de vroege kant en rijden nog even door naar de Nobbies. Klinkt als een figuur uit Harry Potter, is echter een prachtige rotspartij die ver de zee insteekt. De golven beuken woest op de rosten die pikzwart zijn. In het gras van de helling zitten al een paar dwergpinguïn kuikens uit te kijken naar terugkomst van hun ouders met een maag vol op te boeren vissoep… Sommige beesten hebben ook altijd geluk.
De parkeerplaats is inmiddels tjokvol en er worden ook de nodige bussen uitgeladen vol met, vooral, Aziaten en Indiërs. Het circus is in volle gang, er zijn verschillende mogelijkheden: de grote tribune, Pinguïn plus (VIP tribune) en voor de echte fijnproevers kan er tegen ruime betaling onder leiding van een ranger midden in de route van een groep terugkomende pinguïn worden gebivakkeerd. Veel gedoe maar de werkelijkheid is dat door de opbrengsten van alle tours grote stukken land zijn teruggekocht, de daarop gebouwde huizen gesloopt en zo de habitat van de kleine pinguïn dermate vergroot dat het aantal van 11.000 in 1980 tot 37.000 nu is gestegen.
Eenmaal op de VIP tribune is het toch veel leuker dan in eerste instantie vermoed. In de baai zijn al op een paar plekken groepjes pinguïn te zien. Ze dobberen er rond, wachtend op het moment dat de zon onder is. In Australië is er slechts één gevaar voor ze en dat komt van boven. Geen King parrot die hun ontbijt komt stelen maar haviken en adelaars. Die jagen echter alleen bij daglicht en als je dus wacht tot de zonsondergang heb je daar ook geen last van. Grappig om te zien dat de groepjes steeds dichter bij de kust komen en rond een uur of half 9 kruipt de eerste groep over de rotsen uit het water. Om vervolgens meteen weer rechtsomkeert te maken. Het zal toch niet gebeuren? De groep komt echter een minuutje later weer uit het water en marcheert over het strand naar het pad dat ze al honderden jaren gebruiken en dat komt goed uit, want daar zitten wij op de tribune te wachten. Ze zijn zo koddig om te zien, huppelend, soms springend. Soms lijken ze ernstig de weg kwijt. Komen ze parmantig aangestapt, stoppen ze, kijken warrig om zich heen, doen of ze heel goed luisteren en keren zich dan resoluut om, om vervolgens 3 meter verderop de procedure nogmaals te doen. Honderden van deze kleinste pinguïnsoort komen voorbij geparadeerd. Groep na groep klimt uit het water en stiefelt over het strand en gaat op zoek naar het nest met jongen. We zijn midden in het broedseizoen aangekomen en dus komen er een recordaantal van zo’n 12.000 vogels in deze baai uit het water. Buiten het broedseizoen blijven de vogels vaak weken op zee en zijn de aantallen die aan land komen veel kleiner. Overal om ons heen horen we de kreten van de jongen die hun ouders aanmanen om hun hun honger te komen stillen. De “show” gaat door tot een uur of 10 en dus zitten we pas rond half 11 aan een lekker bord pasta terwijl de possem in de boom achter ons een geluid produceert of hij levend gevild wordt. Dat is wel een dingetje in Australië: heel veel schattige dieren, maar je hebt geen idee wat je overkomt als ze hun bek opentrekken. Overigens: geen foto’s van de pinguïn: strikt verboden te fotograferen.
Wat een prachtige beschrijving van de aankomst van de dwergpinguïns. Wij hebben die tollende bolletjes in Nieuw Zeeland gezien en jullie beschrijving heeft me onmiddellijk naar de foto’s doen grijpen. Dat mocht daar wel, fotograferen!
wederom vermakelijk. ben je net bekomen van het vogelbekdier, krijg je dit spektakel. Enjoy