We zijn nog maar net wakker als achter ons de eerste kinderen ruzie beginnen te maken wie er op de trampoline mag die vlak achter onze camper staat. We zijn te laat voor de douches, er staat al een behoorlijke rij. Om ons heen is het gezinsleven van de Melbournians al op gang, jankende kinderen, chagrijnig kijkende tieners die zoveel mogelijk hun best doen om niet bij hun ouders te horen, vaders die al weer begonnen zijn om het kampeerterrein in de grijze rook van een kampvuurtje te hullen en moeders die de logistiek van een lang weekend kamperen met kinderen als een volleerd jongleerder afhandelen. Het zonnetje schijnt, het is nog wel fris maar na de regen van vannacht zien we geen enkele reden om te klagen. We rijden naar Halls Gap “right in the heart of the Grampians” en komen in een soort kermis terecht. Er wordt een tent opgebouwd voor een loterij, kinderen kunnen in een groot kinderbad eendjes proberen te vangen en op de parkeerplaats staat een grote tekstwagen met “Traffic management is active”. Tijd om de plaat te poetsen. We vinden een vrije parkeerplek zonder de hulp van het traffic management en gaan op weg naar de Pinnacle, een wandeling van een uur of 5, 6 naar een uitkijkpunt. De natuur is prachtig, de Grampians zijn een groot blok graniet dat omhoog gedrukt is in allerlei mooie vormen. De wandeling begint met veel gekrijs en geschreeuw van kinderen maar als we verder komen wordt het iets rustiger. Verwering heeft veel mooie vormen opgeleverd, een diep dal met kaarsrechte wanden wordt ietwat megalomaan Grand Canyon genoemd en bijna bovenaan is een verzakking die een 2 á 3 meter smalle sleuf heeft opgeleverd, die wederom misplaatst “Silent street” genoemd wordt. Waarschijnlijk dat het op rustigere dagen van toepassing is maar vandaag is het Main street. Naar het einde toe wordt het One way street en dat levert wachttijden op van zeker een kwartier voor een gelegenheid zich voordoet om verder te wandelen. Bovenaan is de Pinnacle inderdaad indrukwekkend, maar wederom wordt er door de enorme mensenmassa veel afbreuk gedaan aan de belevenis. We nemen de alternatieve weg terug en belanden zo’n 5 uur na het begin weer in de heksenketel van Halls Gap. We vluchten en vragen asiel bij de Aboriginals die in hun bezoekerscentrum een restaurant uitbaten waar je bush tucker kunt krijgen. Bush tucker is de verzamelterm voor alles wat de Abo’s uit de bush halen als eten. We krijgen een plateau met kangoeroe, krokodil en emoe. Daarbij nog een salade van bushtomaten (Abo naam Kutjera…) bushbieten, wattleseed brood met lemon myrthle. Echt geen idee wat ons te wachten staat maar staat er niet in de geschriften: toetst alles en behoudt het goede? Om te behouden komen we tot de conclusie zijn de kangoeroe en zeker het lemon myrthle brood. De krokodil is ietwat taai en de emu bijzonder. We vertrekken op zoek naar een plek om te overnachten en eindigen op een kampeerterrein vol met Aussies die druk bezig zijn met voorbereidingen voor vanavond: kettingzagen en pneumatische kloofbijlen worden ingezet om het vuur vanavond te kunnen voeden en om de dorstige kelen te smeren wordt er veel bier her en der getransporteerd. Het is hier fantastisch….
Spitsuur
- Op zijn Japans: hit and run!
- The morning after…