Vandaag vliegen we terug naar Sydney, maar dat is pas aan het eind van de middag dus checken we uit bij het kampement en rijden terug richting Cairns. Daintree river, de barrière die tot nu het oprukken van de beschaving min of meer heeft tegengehouden of in ieder geval genoeg vertraagd om het oerwoud in stand te houden, is meer dan genegen om de Corolla uit te zetten uit het park: weer een mogelijke kasuaris moordenaar minder… Vrijwel meteen na het oversteken van de rivier barst de “beschaving” met geweld los. Overal suikerriet zover het oog rijkt, een speciale smalspoorlijn om al dat zoets af te voeren. Suikerriet is één van de grootste bedreigingen voor het Great Barrier Reef. De kunstmest die dit gewas nodig heeft, zorgt voor zoveel fosfaat in het water dat de algengroei explosief toegenomen is, waardoor het water zo troebel wordt dat koraal sterft. Een ander goed voorbeeld van hoe suikerriet de natuur bedriegt is de cane toad. Een kikker van onwaarschijnlijke afmetingen (tot zo’n 25 centimeter) met gifklieren in zijn huid die, afkomstig uit Afrika, in Hawaii met redelijk succes ingezet werd om de cane beetle te bestrijden. In Australië ontdekte het beest al snel dat het veel eenvoudiger was om al de lokale lekkernijen te vangen, zoals de eieren van vogels, insecten en amfibieën die voorheen nooit een rover te duchten hadden. De cane beetle moet ondertussen met bestrijdingsmiddelen bevochten worden terwijl de cane toad populatie zich als een olievlek over Australië verspreidt. Wel weer mooi om te zien hoe de natuur zich staande probeert te houden, Eén bepaalde soort ibis lijkt in de 50 jaar dat de cane toad rondwaardt, immuun geworden te zijn voor zijn gif. Een ander mooi verkneukelmomentje is de manier waarop ze de cane toad bestrijden. Ze moeten in ondiepe poelen paren en 1 vrouwtje kan tot wel 1000 mannetjes aantrekken. In de parken worden daarom bij poelen lokvrouwtjes gebruikt die er voor zorgen dat de mannetjes, tot de strot toe gevuld met testosteron zonder enige terughoudendheid in de val lopen en met honderden tegelijk gevangen kunnen worden.
Maar genoeg ellende, er is nog veel moois over om van te genieten. Het tafelgebergte boven Cairns is een constante bron van water, soms in kleine beekjes, die tijdens de regentijd echter in woeste stromen veranderen. Eén van de rivieren is de Mossman rivier, die een diepe kloof heeft uitgesleten die prachtig is om te zien. Nu is het stroompje liefelijk, maar de enorme rotsblokken getuigen van een kracht die je haast niet voor kan stellen. Blokken zo groot als vrachtwagens liggen her en der verspreid, prachtig mooi rond afgesleten door de rivier.
Na het park is het door naar Cairns, auto inleveren, bakkeleien met de dame van de incheckbalie, wachten, vliegen, bagage oppikken, taxiën naar het hotel, dat overigens prachtig is, en dan is het tijd voor bed. Morgen Sydney in!