Stel je voor: het is een prachtige dag en in het park is het druk. Families zitten lekker te picknicken, kinderen zijn aan het ballen en honden rennen heen en weer en zijn lekker met elkaar aan het ravotten. Stel je dan nu voor dat tussen al dat vrolijks een geniepig, gemeen, chagrijnig en boos kijkende sujet verschijnt. Hij loopt naar de dichtstbijzijnde boom en knoopt daar zijn golden retriever puppy aan vast. De sfeer aan boord is vanmorgen zoals dat arme hondje zich zou voelen. Om ons heen zien we van alles voorbij komen en gebeuren en wij willen er deel van uitmaken. Het ongeduld spat er vanaf. Niet langer door de patrijspoorten naar buiten gluren of de golven minder hoog aan het worden zijn maar gewoon erin springen, vest afblazen en naar beneden, wrakken bezoeken!
De belofte is dat we vandaag echt ons haar nat kunnen gaan maken met zout water maar de geduldsmodule wordt eerst nog verder op de proef gesteld. Het eerste wrak ligt te diep voor een eerste expeditieduik en van het tweede wrak lijkt nog maar een stuk van een meter of 8 boven de bodem uit te steken, te klein om 29 golden retriever puppies in één keer op los te laten. Het derde wrak blijkt geheel verdwenen te zijn dus komen we na 2,5 uur varen aan bij de Jeanette Kristine, een oude bekende. Ook van dit wrak is niet veel meer dan een meter of 25 over maar de meute is niet meer te houden, dus maken we ons klaar voor de eerste duik! Routine kunnen we het nog niet noemen maar de ploeg is zelfs bij de eerste duik al een geoliede machine, niet in de laatste plaats door Fred, geblesseerd en door de bondscoach ongeschikt verklaart om mee te doen aan de wedstrijd, die als echt Tauchführer de buddyparen opzweept en zorgt dat iedereen op het juiste moment op de juiste plek is.
Als ik aan de rand van het afstapje van zo’n meter of 3 sta, kan ik niet wachten op zijn toestemming om het zilte nat in te springen. “Ja, ga maar!” Ik zet mijn hand op mijn masker en ademautomaat, voorkom met de andere hand dat de postzak en hefballon mij lastig gaan vallen tijdens de landing en dan is het zover: een small step for men, a giant leap for mankind! Ik lig er in! De golven zijn nog steeds behoorlijk merk ik als ik wegzwem van het schip en kijk waar de Zodiac vandaan komt. Toch weten ze me te vinden en zoals altijd worden we vaardig en snel door de bemanning afgezet bij de afdaallijn. Ik daal af naar een meter of 10 en wacht op buddy Martijn die de extra fles bij zich heeft, die hier voor noodgevallen aan de lijn gehangen moet worden. Er achter verschijnt buddy Cyriel die gewapend met camera een breedvoerig OK teken geeft, we kunnen op pad.
Langzaam wordt het groene water iets lichter als we de zandbodem rond het wrak zien verschijnen en dan doemt uit het diepe groen de donkere contouren van het wrak op. Elk wrak is een ontdekkingsreis op zich, nooit verveelt het en altijd is er wel iets dat me verrast: een leng die wegschiet, een enorme bijna hemelsblauwe zeekreeft die vanachter een schot geschrokken zijn scharen driegend naar me uitsteekt of een minuscuul naaktslakje dat in die enorme plas water zijn stekkie gevonden heeft op een klein richeltje dat nog net boven het zand uitsteekt. Dit is de wereld waar ik van hou!