Het getijde is ons gunstig gezind bedenk ik me als we om half 9 aan het ontbijt zitten. De boot vaart rustig richting het uitverkoren wrak dat deze ochtend onder de loep gaat worden genomen. Buiten is de zee vlak, nog net geen spiegel maar vlak genoeg om Karst er zijn scheiding in recht te laten leggen. We gaan een duik maken op het wrak met de welluidende naam 2801. Briefing: 28 meter diep, 50 meter lang, 2,5 meter boven de bodem. Dat zijn briefings waar zelfs een ADD’er als ik zijn aandacht bij kan houden. Het weer is prachtig. Stelde Fred gisteren nog voor om de blog van die dag Vijftig tinten grijs te noemen (vanwege het weer toch Fred?) vandaag is de lucht blauw en schijnt er een heerlijk zonnetje.
Ik duik met bemanningslid Jan. Van Cyriel, die hem gisteren zijn Noordzeedoop heeft gegeven, heb ik gehoord dat hij prima duikt, dus ik besluit om voor de zekerheid een postzak en hefballon mee te nemen. Van Rijkswaterstaat is de vraag gekomen of wij een inventarisatie van achtergelaten vistuig willen maken en dat heeft de opruimwoede van de duikers extra aangewakkerd. Gisteren is er al een dikke 300 kilogram rommel geborgen hoewel de eerlijkheid gebied te zeggen dat daar ook 60 kilogram ballastlood bij zat. Maar ook dat is rommel en verdient een tweede kans als duiklood.
Als Jan en ik allebei bij de afdaallijn zijn afgeleverd door de Zodiac zakken we af naar het wrak. Onderweg moeten we een flinke limbodans doen om de tentakels van de veelvuldig aanwezige haarkwallen te vermijden. 2015 is blijkbaar een goed kwallen jaar want er zweven er tientallen om ons heen en hoe mooi ze ook zijn, een ontmoeting met de soms meterslange tentakels maakt een diepere indruk dan ons lief is.
Het wrak blijkt een prachtige scheepje. Het ligt op stuurboordzijde met de boeg en achterplecht nog duidelijk herkenbaar. We maken een rondje rond de boeg en vinden daar een flink stuk net dat ligt te lonken om opgeruimd te worden. Voor Jan met zo’n 90 duiken is dat vast een nieuwe ervaring maar als een volwaardige rodeocowboy trekt hij het net strak, alsof hij een wild paard aan het temmen is. Met zijn vinnen zet hij zich schrap tegen het gangboord van het wrak alsof het schip elk ogenblik kan vertrekken en hij dat wel even zal voorkomen. Gevolg is wel dat het net strak gespannen komt te staan waardoor ik het net eenvoudig los kan snijden. Tien minuten later geeft de laatste streng van het net zijn weerstand op en zitten we met het volgende probleem. Een postzak is ook maar een postzak en wij hebben een kluwe net die eigenlijk te groot is. Slechts met veel gepast geweld is het de zak in te krijgen. Ik hang de hefballon er aan, wat lucht er in en bij de ankerlijn zoek ik een vrij oog op om de zak aan te hangen.
Tijdens de safetystop bedenk ik me dat we maar even met Pim moeten praten over een transfer, naast me hangt een uitstekende Duik-de-Noordzee-schoner