Het epistel vol fouten van “Out in Africa” dat de reisbeschrijving is beschrijft voor vandaag het volgende. “Vandaag heeft u een lange rit naar Etoscha voor de boeg. Vertrek u daarom zeer zeer vroeg”. Het is bijna bang makend, wat zouden ze ermee bedoelen? Oh wee als u niet vroeg genoeg vertrekt dan strandt u in de kale Namibische woestenij? Het is koffiedik-kijken en na een paar lange ritten die in de planning meer dan goed zijn uitgepakt vertrouwen we er maar op dat het nu ook wel goed komt. We zijn net voor 0730 uur uit de veren. De zon is al op. Het is verrassend hoe de tijden van zonsopgang en -ondergang met onze reis veranderen, Namibie is een knots van een land met voor het overgrote deel dezelfde tijd. Het maakt daarom wel uit of je je in het oosten of westen van het land bevindt. Vandaag gaat de zon om 0609 uur op, wel zo fijn.
Bij het ontbijt staat een pauw een beetje bij de tafel te schooien in de hoop stukjes brood te bemachtigen. Van enige ondervoeding lijkt geen sprake te zijn, het beest zit prachtig in zijn verenkleed. De routine van het opstarten, inpakken, ontbijten en vertrekken zit er goed in en voor half acht zijn we alweer op weg voor de volgende 530 kilometer.
De weg voert eerste naar Grootfontein een stuk van dik in de 200 kilometer. We passeren dorpjes die langs de weg leggen. Eenvoudige huisjes, maar de nederzettingen lijken zich als een lint langs de weg te hebben genesteld. Het duurt niet lang voordat we een eerste checkpoint hebben bereikt. Je zou zowaar denken dat deze wordt bemand door een politiemeneer in burger: pantalon, overhemd vest met embleem en dit keer geen intimiderend aardebruin legercamouflagepak. Het geheel mag dan wel wat publieksvriendelijker ogen, de dienstverlening verdient toch nog wel enige nascholing. Streng en nors wordt er naar de papieren gevraagd, waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Ondertussen wordt de auto bekeken met een bedenkelijk gezicht. Gelukkig komt er een nog een aardige rasta de boel interrumperen om te vragen of we nog rauw vlees hebben. Nee dat hebben we niet, en de goedlachse man geloofd ons op de ogen en loopt lachend weer weg. Ook de narrige politiebeambte is klaar met zijn werkzaamheden en wenst ons een goede reis toe. Hij zal het ongetwijfeld menen, maar zo komt het niet over.
Grootfontein is een van de laatste grote plaatsen voordat je doorstoomt naar Etosha. Door grootschalige werkzaamheden raakt de navigatie een beetje van streek, maar gelukkig is Grootfontein zelf dermate kleinschalig dat we er wel uitkomen; zij het met de steun van een ijskoud blikje cola.
Het landschap wordt zowaar interessanter. Daar waar het landschap zich al weken als een gladgestreken pannenkoek voor ons uitspreidt komen we nu naar lijkt in een wat meer kreukelig deel. De drukte van het verkeer op de weg neemt naarmate we Etosha naderen met honderden procenten toe. Een kwartier in absolute leegte rijden zit er niet meer in. De route is kennelijk dermate van belang dat er ook een ware in gebruik zijnde spoorlijn langs loopt. Een station in het midden van de leegte wordt keurig aangegeven, maar gaat als een geestverschijning aan de reiziger voorbij. Er is geen station in velden of wegen te bekennen. Wegen zijn dun bezaaid, maar velden daar heeft Namibië genoeg van.
Uiteindelijk bereiken we dan echt Lindequist gate, een van de toegangspoorten van het Etosha park. De post wordt bemand door een viertal officials. Een klein meisje, strak in werkoutfit met kistjes is duidelijk gekleed op de winter. Met dikke zwarte handschoenen aan vraagt ze om het doel van ons bezoek, paspoort, of we een drone hebben en wat mijn naam is. “Doumaid”, zeg ik braaf. “Hoe?”; “Doumaid”, zeg ik nogmaals. “You write it down”, antwoord de dame streng waarmee ze bevestigt dat ze kop nog staart aan mijn naam kan ontdekken. Willem wordt gesommeerd zijn Ali-express drone van 35 cent aan inspectie te laten onderwerpen. Ze zijn er maar druk mee, en een grote nogal trage meneer deelt mede dat de drone verzegeld dient te worden. Of we wel dan even ons eigen seal-materiaal willen aanleveren en dit alles in de vorm van een plastic zak. De drone wordt verpakt, de zak dicht geniet en uiteindelijk komt een heus metalen seal om een touwtje om de zak. Nu een official bezig is met de drone, een ander met het verzamelen van zoveel mogelijk informatie over de passagiers en voertuig , kan er ook tijd worden gemaakt voor de toegangskosten. Een strenge mevrouw achter een computer in een kluiskast vraagt hoeveel personen. Vier is het antwoord. “Hoeveel kinderen?” is de vervolgvraag. “Nul”, is het eerlijke antwoord. Dat blijkt een fout antwoord te zijn. “When are you going to make kids, how old are you?”, er volgt een stichtelijke maar zeer vrolijke les over hoe belangrijk kinderen zijn. De oude dag voorziening wordt erbij gehaald, maar ook dat je jong moet beginnen. Mijn lerares is 44 jaar en heeft twee kinderen. Een van 25 en eentje van 22 jaar. Beiden aan het werk en geen zorg meer voor moe. Nee moe is lekker aan het werk en kan nu haar geld uitgeven aan dingen voor haar zelf, en ze wijst hard lachend op haar uitbundige maar verzorgde kroeskapsel en lippenstift. Inmiddels is de drone volledig ingepakt in een vuilniszak en is de kleine strenge dame klaar met het verzamelen van haar gegevens. Streng vraagt ze of we alle papieren terug hebben en geeft uiteindelijk toestemming om door te rijden.
Met een gangetje van maximaal 60 kilometer/uur rijden we de laatste 75 kilometer naar Halali camp in het hart van Etosha. De wegen zijn van gravel, maar erg goed. We horen later dat met name in het hoogseizoen elke twee weken tot een maand een soort schuiver over de wegen gaat om deze te egaliseren. Dat is nog een service, het beperkt in ieder geval het aantal hersenschuddingen als gevolg van het gestuiter over de wegen van Etosha.
Etosha onderscheid zich van andere parken die we tot nu hebben gezien. Ten eerste is het vooral echt het klassieke Afrika. Open vlakten met her een der een struik en of boompje dat het heeft weten vol te tussen al het graasgeweld. Verder lijkt het wel alsof het park vooraan in de rij heeft gestaan bij het uitdelen van dieren. Als je spingbokken ziet dan zijn het geen 5 of 10, maar gelijk een stuk of 80. Dat geldt ook voor zebra’s en noem het maar. We maken langzame kilometers maar we maken er maar gelijk een goede game drive van. In een beschrijving van Etosha lezen we dat er wel leeuwen en andere katachtigen zijn, maar dat het aantal relatief minder dan andere parken is. Dat was kennelijk een andere rij. “De kans op het zien van deze dieren is daarom beperkt”, lezen we. Beperkte kans of niet, toch weten wij door de takken en bosjes heen een aantal uitbuikende leeuwen te zien. Het is geen vrij zicht, maar toch. Wat een geluksvogels zijn we. Die schijnen trouwens ook heel schaars te zijn in het park.
De camping is een gevalletje megacomplex in staatsbeheer. Het personeel is narrig en ongeïnteresseerd, met bijbehorende korte antwoorden. Het gebouwencomplex is sleets, maar functioneel. Dikke plussen zijn echter het sanitair met de gebruikelijke uitstekende warmwatervoorziening en heel tof een waterplaats voor het wild waar je op gepaste afstand maar heel dichtbij het dierenleven kan aanschouwen.
Er is een soort van arena om de drinkplaats gebouwd en mensen zitten muisstil naar de plas te kijken in afwachting van de voorstelling van het Etosha-leven. Zon maakt plaats voor schemer en warmte maakt plaats voor mildere temperaturen. Antilopen drinken, vogels fladderen af en aan. Geruisloos en als een duvel uit een doosje komt er een neushoorn aanlopen om op zijn dooie gemak een drinkvoorstelling te geven. Het enorme beest is op zijn hoede, met langzame bewegingen kijkt het dier regelmatig om zich heen zonder ook maar enige aandacht te schenken aan die rare tweebenige die massaal op de tribune zitten te kijken. Later op de avond gaan we in het donker nog een keer terug. Wederom een neushoorn, maar ook jakhalzen melden zich en even later ook nog een leeuwin. De neushoorn van dienst laat plots zien waar het toe in staat is. Als een Afrikaanse haas zet ie het op het lopen. De reden? Het blijkt dat dat dit het overdragen van de dienst is aan de volgende neushoorn die zich komt melden. Geen gamedrive maar maar gewoon een spektakel in de achtertuin van de tent.
Maar toch….. morgen om 0530 uur worden we weer verwacht voor een gamedrive met bijbehorende koude rijwind.
Moooi hoor jongens !! En stiekem de drone nog uitgepakt ???
Het lijkt me helemaal geweldig, stilletjes bij zo’n drinkplaats zitten en het allemaal voorbij laten trekken.