Op de “in flight informatievoorziening” springen bekende namen in het oog zoals Bloemfontein en Middelburg. Op zijn Brits werd het ontbijt er nog even doorheen gejast. Ze moeten wel; eerder kregen we te horen dat het personeel vanwege acties op halve kracht draait, maar de in flight service kan allemaal wat langer duren. De BA jongens en meisjes doen hun best, maar ik trap er steeds weer in om ze te vergelijken met vliegende geisha’s uit het verre oosten. De BA jongens en meisjes zijn vooral kort en streng. Was het niet dat er een Brexit aanstaande is dan zou mijn voorstel tot verdere Europese integratie een fusie tussen BA en Lufthansa zijn. Dit is ook de wijze waarop het ontbijt uitgeserveerd wordt. Keuze hoezo keuze; u krijgt overheerlijke sausage, gestoomd ei en champignon uit blik. En dat alles begeleid door een kopje thee dat, indien ingedampt opgerookt kan worden.
De gezagvoerder meldt dat we gaan landen. De temperatuur bedraagt een schamele 10 graden. Dat krijg je als de Afrikaanse winter opzoekt. Het verlaten van het vliegtuig, immigratie en oppikken van de bagage verloopt wonderwel soepel. Binnen een uur staan we wel met al onze sleepkilo’s voor de komende weken buiten. André pikt ons op om ons naar ons aanstaande huis te brengen. Hoewel koel en winter schijnt wel de zon, en daarin is het aangenaam toeven.
Op het depot wacht ons een brei aan paperassen en formaliteiten. Handtekening hier en handtekening daar, registratie. Als het toerisme verder zal groeien zullen de hoeveelheden papier en inkt drukken op het voortbestaan van de diverse soorten die we graag niet kwijt willen.
Het jochie dat met ons de formaliteiten en de auto doorneemt is een kruising van iemand die weet hoe de zaken in elkaar steken maar ook wel een lolletje weet te maken. Met andere woorden iemand die iedereen alles kan verkopen. Alles bij elkaar kost het toch wel een kleine twee uur voordat we eindelijk op weg kunnen met onze onverwoestbare woestijntank. Eerst nog wat geld halen en boodschappen doen. En off we go. Rond 1330 uur vertrekken we voor een trip over 400 kilometer Zuid-Afrikaanse snelweg. Kenmerken: drukkende haantjes heb je overal, kilometers gaan langzamer voorbij dan gewenst. Vanuit Johannesburg rijden we door saai plat landschap en mijnbouwgebied richting noordoosten. Het gebied wordt geaccidenteerder, Miranda en Marieke verkeren in een soort van vegetatief stadium (zal wel met de reis te maken hebben) en de schaduwen worden steeds langer. 1725 Uur, de zon gaat onder, het licht gaat uit en we zijn er nog niet. Dat is wel naadje. Rijden in het donker op een onbekende plek, niet ideaal. Zeker niet als de laatste 25 kilometer getypeerd worden door wakker wordende townships. Busjes overal, maar wat erger is “de dienst verantwoordelijk voor implementatie van beheersmaatregelen” is gespecialiseerd en werkt en werkt erg lokaal. Zo volgen kilometers lang om de paar honderd meter een enorme verkeersdrempel die als zebrapad dienstdoet. Een stuk verderop is de dienst “STOP-borden” erg enthousiast geweest en weer verderop heeft de dienst “verkeerslichten” zich van zijn beste kant laten zien.
Maar rond 1820 uur bereiken we dan toch bestemming. Miranda hangt een Zuid-Afrikaanse vlag uit die zij niet heeft. Marieke trekt in gedachte al een fles Pinotage open en ik……………….. ik heb zin in een kouwe kletser en een bordje soep. We slaan kamp op en gaan morgen fatsoeneren en kijken hoe we na een vermoeiende dag ons hebben gesettled. Vanuit de Afrikaanse winterkoelte en vanonder een kraakheldere sterrenhemel: tot snel weer.