Wakker worden in de tent bovenop ons bakkie is altijd weer verrassend. Het doek is dik en houdt zonlicht prima tegen. Ik moet echt op mijn telefoon kijken en als ik de rits open doe, zie ik dat de zon alweer voluit schijnt. Soms word je vroeg wakker door vertrekkende buren, een andere keer is de camping half leeg en kunnen we ‘uitslapen’. Tot 6.30 uur wel te verstaan, met nog een doezelhalf uurtje erbij. Onze bedtijd is zowat elke avond Afrikaans op tijd, meestal gaat het licht uit ergens tussen 21 en 22 uur. Ik kom dus ruim aan mijn verplichte nachtrust toe. De afgelopen nacht is zo ontzettend stil geweest. In de woestijn is het echt leeg: geen vogels, geen bavianen, geen nijlpaarden. onze luxe kampeerplaats met privé sanitair en keukentje heeft uitzicht op de dorre vlakte met rondom ons mooie bergpartijen. Maar aan alles komt een eind en het wordt tijd dat we ons richting de bewoonde wereld gaan begeven. De laatste lange rit wordt ingezet van deze uithoek richting Windhoek, de hoofdstad van dit prachtige land. De eerste helft van de rit gaat nog over gravel, maar deze is goed onderhouden. We zoeven dus met gemak door het veranderende Namibische landschap. Eerst nog door het Naukluftgebergte, waar de ene keer scherpe rotsen aftekenen en de andere keer afgeronde keien keurig op elkaar gestapeld lijken. De begroeiing verandert mee, van dor gras naar dorre bosjes, naar bosjes met iets meer groen. Onderweg komen we door dorpjes, waar de jeugd in uniform naar school lopen. En eindelijk is daar ook het asfalt weer. Wat is dat lekker zeg, na een dikke week alleen maar gravel met bumps. Het is meteen een stuk rustiger in de auto. De kilometers vliegen voorbij en via de rondweg van Windhoek rijden we door naar het laatste park van de reis, het Daan Viljoen Park. Hier mogen we weer op een luxe kampeerplaats staan, welke zeer fraai is vormgegeven (het lijkt wel een design camping). We worden welkom geheten door twee grazende paarden, die steeds nieuwsgieriger worden. Ik heb niks met paarden en dan ben je natuurlijk extra interessant, één paard blijft mij achtervolgen.
De eerste klus ter plaatse is het uitruimen en kuisen van de auto. Werkelijk waar overal zit het Namibische stof en niet alleen in de auto. Ik word al anderhalve week geteisterd door continu zand tussen mijn tenen. Ook al douche je het eraf, binnen 5 minuten is je slipper/schoen weer vol met een miniduin. Zelfs mijn gezichtscrème is veranderd in een scrubcrème, alhoewel dat wel een beetje aan mezelf lag (deksel op de grond laten vallen). Alle theedoeken die in de vuilnisbak gaan verdwijnen worden erbij gehaald en eindigen roodgekleurd. De bagage wordt gecontroleerd op overtolligheid en al gauw hebben we een aardig tweedehandswinkeltje liggen voor de lokale bevolking. Het geeft een opgeruimd gevoel.
Als het inpakritueel voltooid is ga ik toch nog even wandelen in het park, om voor de laatste keer wild proberen te spotten. Er zijn geen gevaarlijke beesten, dus geen gevaar voor eigen leven. Onderweg is niet veel te zien, maar het klipdassie laat zich toch nog zien aan het eind van de wandelroute. Leuk hoor!
’s Avonds maken we de koelkast leeg en van alle restjes weten we nog een nasi tevoorschijn te toveren. Uit het kampvuur weliswaar, de gasfles is zo goed als leeg en het duurt wel drie kwartier voor het water voor de eieren aan de kook is. Langzaam zakt de temperatuur, de laatste nacht belooft een koude worden.
Een weemoedig gevoel zakt over me heen dat ik altijd ervaar op de laatste dag van een mooie reis. Aan de ene kant is het mooi geweest en ben je wel weer toe aan je eigen huis, aan de andere kant wil je het gevoel van Afrika zolang mogelijk blijven ervaren. Je weet dat je terug in Nederland weer meteen in de drukte en hectiek wordt gestort. Ik zal de rust en het uitzicht missen, de verbazing als je een mooi wild dier spot en de kleurrijke zonsondergangen. En ons tentje bovenop ons bakkie. Ik ga er nog maar even van genieten.
dank je wel voor je mooie verhalen; ik voel met je mee : Afrikaanse wildernis ga je missen!