Rob Roy

Op één of andere manier ontsnap ik niet aan het idee dat Rob Roy de naam is van een goedkoop maar vooral vies whiskymerk. Zo’n drankje waar de scheuren van in je kop springen, zelfs voordat je er van gedronken hebt. Gelukkig is de realiteit een stuk minder pijnlijk. Het natuurtechische hoogtepunt van de regio is namelijk de Rob Roy gletsjer (ijs bij uw whisky?). Er te komen is nogal een mijl op zeven. De onverharde weg slingert zich steeds dieper het dal in en af en toe stuit je op een Ford. Normaal gesproken zou je dan een schadeformulier uit het dashboardkastje pakken, maar hier hebben we het over een doorwaadbare plaats in een riviertje. Omdat onze verhuurmaatschappij zo kinderachtig is om onverharde wegen en Fords tot no-go zone te verklaren gaan we dus op chique en hebben we de lokale buschauffeur een handje lokale pecunia doen toekomen en dus worden we hobbelend en stuiterend naar het beginpunt van de wandeling gebracht. Het voorspelde mooie weer is uitgebleven, maar echt klagen mogen we zeker niet: het is droog, niet koud en met enige regelmaat kiekeboet de zon door de wolken. De wandeling gaat door dicht Beechwoud.  De lokale boomsoort heeft extreem kleine blaadjes en groeit langzaam, langzaam genoeg om flinke hoeveelheden mos te verzamelen. Eronder staat het vol met varens. Voor de oudere onder ons: je verwacht op elk moment Bor de Wolf die ons welkom heet in het enge bos. Na twee uur zwoegen tegen de berg op komen we aan op de alpenweide die uitzicht geeft op de Rob Roy. Het is een prachtige schouwspel, als een soort arena gevuld met sneeuw en ijs ligt de gletsjer voor ons te glimmen in de zon.

Nadat we ook weer terug gehobbeld zijn richting Wanaka, waar het een stuk minder zwaar bewolkt is, besluiten we om een BBQ aan te richten, die uitstekend smaakt! Morgen weer verder naar de westkust. De tot nu toe nauwelijks betrouwbare weersverwachting voorspelt vanaf morgen een week lang regen. ’t Zou niet erg zijn als ze er ook deze keer weer naast zitten.