’n Koude nacht, komen de dikke slaapzakken eindelijk weer eens helemaal tot zijn recht. Wel jammer dat er niet al te ver bij de camping vandaan een hond de hele nacht staat te blaffen. Ik zou als eigenaar gierend gek geworden zijn maar blijkbaar kan iemand er daar doorheen slapen. Ik lig er met enige regelmaat wakker van waarbij ik twijfel of ik het zacht maar langzaam met een vergiftigde biefstuk of hard en snel met een nekschot op zal lossen. Geen van beide blijkt praktisch uitvoerbaar dus draai ik me maar om en probeer de slaap weer te vatten. Dat lukt uiteindelijk wel weer.
We gaan na het ontbijt op pad om een wandeling te maken in het park. We moeten daarvoor wel een kilometer of twintig omrijden maar eenmaal daar zien we het gelijk: hier zijn we eerder geweest. De wandeling toen eindigde in een stortbui en een nogal beroerde afdaling omdat we het pad kwijt geraakt waren. De omstandigheden zijn vandaag anders: zonnig en een duidelijk gemarkeerd pad. We klauteren langs het pad dat omschreven staat als eenvoudig omhoog. Ik denk dat een moeilijk pad hier bestaat uit de omschrijving: hier is de parkeerplaats, daar de berg waar je op moet zien te komen. De wandeling is dus pittig maar de moeite waard. Een aantal paternoster meertjes achtergelaten door terugtrekkende gletsjers tijdens de laatste ijstijden zijn mooi om te zien. De meeste alpenbloemen zijn inmiddels al uitgebloeid maar een aantal laatbloeiers staat nog mooi te zijn langs het pad.
Bijna terug op de parkeerplaats hebben we uitzicht op de pas die vanuit het dal omhoog slingert. Een kudde wilde paarden loopt achteloos over de weg en gaat op weg naar een haarspeldbocht, ik bedenk me dat ik daar gisteren met een vaartje van een kilometer of 40 om de hoek kwam zetten. Volgende keer iets gas terugnemen. Dat neem ik iets te serieus. Doordat vanaf de parkeerplaats de weg heel geleidelijk voor een kilometer of 30 naar beneden loopt, zie ik op het dashboard het gemiddelde verbruik steeds verder teruglopen. We beginnen al op bij 1 op 30 maar na 30 kilometer in zijn vrij staat de teller zelfs op 1 op 85 en daar houdt het bereik van de meting op! Kans dat ik dat nog eens haal lijkt me uiterst klein!
Terug op de camping besluiten we om nog even naar Espot te gaan voor een cerveza. De eerste tent waar we landen heeft een terras in de zon. Die zon heeft duidelijk geen invloed op het humeur van de dienster. Wat een chagrijnig spook. Als we vragen of we wat kunnen eten, smijt ze een paar menukaarten op de tafel om die even later weer even snel weg te grissen met wat gemompel over gesloten keuken. Al te beter, onze eetlust is al lang vergaan. We verkassen naar een cafeteria niet veel verderop voor nog een biertje en een tostado. Ook hier gaat de bediening niet perfect maar ze zijn in ieder geval opgewekt. Kunnen we een verkeerde tostado toch met veel plezier opeten. Vanavond heerlijke nasi uit blik (meegenomen voor het geval dat…) We hebben bij de inkopen in ieder geval bedacht dat ietwat opleuken van het blikvoer geen kwaad kan en dus hebben we vis- en soyasaus (mag in geen enkele kampeeruitrusting ontbreken) en satesaus, kroepoek en omelet. Als de nasi niet te vreten is kunnen de bijgerechten waarschijnlijk de trek wel stillen. ’t Valt mee, weliswaar niet te herhalen binnen nu en 12 maanden maar met alle extra erbij is het toch goed binnen te houden…