Vannacht heeft het aardig geonweerd en geregend, geen goeie start om tent bij op te ruimen. Maar als we eenmaal de slaperige kop buiten de tent steken valt het mee. We ontbijten, rekenen af, slopen de toko zo beheerst mogelijk en met verontrustend veel ruimte in de auto vertrekken we. Maar het grote voordeel van kamperen is wel dat je met één blik achterom zeker kunt weten niets vergeten te zijn. We laten ons door een soms wat warrige TomTom leiden en met wat eigen inbreng is de reis weinig spannend. Hoogtepunt, wellicht beter: dieptepunt is de Spanjaard in een Ford Fiesta (dit keer echt!) die de maximum snelheid halveert en op willekeurige moment vol op de rem gaat waardoor het rijden veranderd van genieten van de omgeving in scheldend en verwensingen roepend naar de muy debile voortgangster.
Maar zoals altijd komt aan alles een eind (en aan een Chorizo zelfs twee) en draaien rond een uur of half 3 het dal binnen terwijl de herinneringen langzaam terugkomen. Verbijsterend om te zien hoe makkelijk je dingen vergeet en hoe grappig om te zien hoe je triviale onthoudt. Een kanoverhuur of een tankstation staat in het geheugen gegrift en de camping zelf kan pas in de herkansing weer opgenomen worden in de verfriste herinneringenlijst. Het is een leuke camping, riviertje dwars door het midden en vooral ruim opgezet en rustig. We blazen de tent op en gaan even naar het dorpje iets verderop. Daar moet ook nog wel het een en ander afgestoft worden qua herinneringen maar langzaam komt het terug. We lunchen met pizza en risotto, laten mussen uit de hand eten en scoren bij de (voor de verandering) heer van de “i” een kaartje van wat wandelingen. Terug bij de tent nog wat ingenieurswerk om de drank te koelen, voornamelijk bestaande uit het neerlaten in de beek van een tas vanaf de brug met de flesjes. Met de koelkast in actie zijn we klaar voor de avond