De wekker gaat om half 8; da’s beter dan een gemiddelde werkdag maar voor een vakantiedag weer rijkelijk vroeg. Ik gooi de gordijnen open en vergeet ter plekke die nare wekker. Voor me strekt zich een grondmistlaag uit van een meter of 3 dik die boven de rivier ligt als een dikke pluk watten. Boven deze deken een strak blauwe lucht maar de echte eyecatcher ligt in de verte. Het massief van Torres del Paine ligt te glimmen in de morgenzon.
Haarscherpe rotspieken die zich bijna horizontaal omhoog naar de blauwe hemel uitstrekken, geflankeerd door maagdelijk witte sneeuwvelden. We ontbijten snel en vertrekken voor een lange wandeling. De hoeveelheid brandstof die nog resteert in onze Dustert baart me een beetje zorgen maar een ruwe berekening levert op dat het moet kunnen. Paulien, onze redder in nood van achter de receptie heeft ons uiterst behulpzaam uit de doeken gedaan wat er te doen is in het park en van de 3 opties hebben we er inmiddels 2 afgetikt dus vandaag nummero tres: de grote wandeling naar de mirador del Torres. Een uur of 4 heen, uur of 4 terug, wellicht een beetje hoog gegrepen maar niet geschoten is altijd mis. De heenweg is prachtig. Geen zuchtje wind waardoor de meren spiegels zijn die het gebergte twee keer zo indrukwekkend maken. Waarschijnlijk omdat we wat vroeger zijn zie we veel Guanaco’s. De lama’s zijn een stuk relaxter dan elders, waarschijnlijk doordat het park een zekere bescherming oplevert gekoppeld aan een blootstelling aan veel toeristen. Dat komt ze duur te staan: voor ons is op een stuk weg dat uitziet op een sappige stuk weide een terror toerist gestopt die uit zijn kofferbak een drone tevoorschijn tovert en die tot grote schrik van de lama’s over de kudde scheert. Zo gek: de beesten gaan volledig over de rooie en schieten alle kanten op. Hij cirkelt er tot overmaat van ramp nog een keer omheen om de kudde de andere kant op te jagen. We zijn eigenlijk iets te overbluft om er iets van te zeggen maar gelukkig stopt er een parkofficial die duidelijk maakt dat zijn gedrag niet acceptabel is. De hele vakantie nog geen medelander ontdekt en ja hoor: deze lompe hork heeft in zijn paspoort dezelfde nationaliteit staan als wij.
We rijden door naar het begin van de wandeling en gaan op pad. Tot nu toe waren de wandelingen redelijk relaxt maar het wordt ons snel duidelijk: dit is different cook. Het weer is prachtig, de omgeving ook dus wel laten ons niet ontmoedigen. Een dikke twee uur later is dat optimisme door een zere knie, schouder en voet geslonken en besluiten we terug te gaan. De analogie met de fellowship dringt zich weer op: de berg heeft ons verslagen…
De terugweg wordt met name gekenmerkt door stof en een blik op de benzinemeter. Beide zijn zorgwekkend; twee bussen voor ons zorgen voor genoeg stof om buiten niets te zien te hebben en binnen zorgt een knipperend reservelampje ervoor dat we het liefst naar buiten kijken. Toch rijden we de parkeerplaats op zonder problemen en met een werkende verbrandingsmotor, de laatste druppel brandstof ergens tussen de tank en de carburateur.
Gaaf, het is net of ik een beetje meereis. Groetjes aan Esther!