Show me the way to the next whiskybar

En dan moet het er toch echt van komen: we moeten richting Christchurch, wat betekent dat de reis echt ten einde gaat komen. We hebben een perfecte reisdag uitgezocht, want de Kiwi Drizzle is weer lekker bezig. We nemen de Great Alpine Highway om van de west- naar de oostkust te komen. Terwijl we nog aan de westkust rijden zien we de besneeuwde toppen van Mount Cook en ander hooggebergte nog in de verte liggen. De route zelf is door minder hoge Alpen en daardoor toch ook wat minder interessant. Eenmaal op de camping in de buurt van Christchurch beginnen we gauw met het ritueel van opruimen, inpakken en kuisen. Dat valt niet mee als de regen verhindert om spullen buiten te leggen, dus dan maar om de beurt. Voor in de avond hebben we de jacuzzi geboekt en zo gaan we ontspannen onze laatste nacht van ons little house on wheels tegemoet.

De volgende dag blijkt dat we toch een verborgen steen in de beplanting op de camping hebben gemist (of eigenlijk juist niet gemist…) en met een beetje schade brengen we het campertje terug. We zijn allrisk verzekerd, dus wij maken ons geen zorgen. Als we door de shuttle bus naar het centrum van Christchurch worden gebracht, bedenken we ons dat we én de oneway fee én de dieseltax niet hebben betaald. Ze hebben onze credit card gegevens, maar we zijn wel benieuwd wat daar nog van gaat komen.

We droppen de bagage af bij het hotel en gaan weer op pad. We doen de rondwandeling uit de reisgids en zien onderweg nog duidelijk de impact van de aardbevingen een aantal jaren geleden. Gebouwen zijn beschadigd en worden wel of nog niet hersteld. De toren van de kathedraal is weg en het zal nog wel even duren voordat die weer toegankelijk is. Het stadje zelf ziet er vriendelijk uit, met het riviertje de Avon er doorheen kabbelend. Druk is het niet en alle bezienswaardigheden zijn op loopafstand. In het Canterbury museum zien we een mooie collectie van Maori attributen uit de oudheid en krijgen we skeletten te zien van de Moa, de grote vogelsoort die uitgestorven is. Het museum heeft een ratjetoe aan collecties, want zo zien we ook een tentoonstelling over ‘Dogs in Antarctica’, meteorieten en ander gesteente, dinosaurussen, Chinese bewerkingskunst en nog veel meer. Niet gek voor een gratis museum! Ernaast liggen de botanische tuinen, waar we onder de indruk zijn van de grote en vele soorten bomen die er staan. Ook de verschillende tuinen zijn mooi en met een zonnetje op onze bol is het heerlijk slenteren. We pikken er ook nog gauw een terrasje mee.

In de avond gaan we eerst borrelen in New Regent Street. Die straat hadden we ’s middags gespot en ons oog was al gevallen op The Last Word, Whisky & Cocktail Lounge. Helemaal in art deco stijl. De menukaart met whisky’s is enorm en dan weet de ober ons ook nog te vertellen dat ze 250 extra whisky’s buiten de kaart om hebben, haha! Dat is natuurlijk heel moeilijk voor Willem om te kiezen. Hij laat zich een limited edition Benromach aansmeren, een destilleerder waar hij normaal niet zo’n fan van is. Met 60% heeft deze behoorlijk wat water nodig om de scherpte eraf te halen, maar ‘it’s not bad for a Benromach, and that is probably the nicest thing I have ever said’. Ikzelf zit aan de Indiase Amruth Fusion, een voor mij bekend brouwsel. En tja, op één been kun je niet lopen, dus we besluiten er nog één te bestellen. Ik krijg het voor elkaar om een whisky te bedenken die ze niet hebben, dus laat ik Willem maar wat lekkers uitzoeken. Het wordt een Balvenie 17 years. Hij is heerlijk zacht, romig en zoet. Volgens Willem ‘zoals de 12 years vroeger standaard smaakte’. Van de lekkere drankjes krijgen we trek en we gaan aan de overkant bij een piepklein Thais restaurantje eten. De curries zijn heerlijk en lekker pittig. We sluiten af bij de OGB, oftewel Old Government Building. Een relatief oud gebouw, nu een café en hotel. We gaan bij de heater op het terras zitten en laten ons een heerlijke Italiaanse Barberra d’Alba smaken. Want eerlijk gezegd, de Nieuw-Zeelandse rode wijn is een beetje slap van smaak, dat ben ik na 4 weken nu wel zat. Het geheel wordt omlijst door een tranentrekkend slecht optreden van een kerel met een gitaar. Hij probeert met man en macht om het publiek voor zich te winnen, maar dat lukt alleen bij twee Amerikaanse meisjes, die meezingen en joelen bij American Pie. Het zijn van die typische Amerikanen, met een hoog gutteral gehalte in het spreken en de ‘… like’s vliegen hier harder om je oren dan op Facebook. Dus de weddenschap dat we bij 5 likes nog een wijntje gaan bestellen ga ik graag aan: inkoppertje, binnen 20 seconden raak! En dan is het echt tijd om af te taaien, morgen gaat de wekker weer vroeg. Maar er staat ons dan ook een heerlijk hotelbed op te wachten en na vier weken schuimmatras gaat dat heerlijk zijn.