In de voortuin van de camping worden we in de ochtend wakker met een stralende zon. Top, die is binnen! Rustig aan vertrekken we richting Milford Sound, een 172 km lange trip met onderweg veel bezienswaardigheden. De eerste 60 km zoeven snel voorbij door het alom bekende weiland-met-schapen-landschap dat Nieuw-Zeeland zo kenmerkt. Daarna zien we de sneeuwtoppen verschijnen en ontplooien zich uitzichten die niet te beschrijven zijn, toch probeer ik het. Rijdend langs een meer aan de linkerkant zien we een ruig berglandschap aan de rechterkant met besneeuwde toppen. Een slingerweg leidt ons door soms een smaller en dan weer een breder deel van het dal. Elke bocht toont weer verbluffende nieuwe doorkijkjes naar nieuwe bergen. Het fjordgevoel krijgen we nu al. Eén van de stops is Mirror Lakes, een klein meertje waarbij je bij goed windstil weer de bergen weerkaatst ziet in het water. Een verrekte eend zwemt een klein beetje roet in het eten, maar een paar meter verderop lijkt die rimpeling verdwenen. De bergen zijn nog niet helemaal uit de wolken, ook al doet de zon erg zijn best. Een andere stop is een riviertje met enorme keien en een waterval, wat met weer die achtergrond van de besneeuwde bergen zo op een ansichtkaart past. Hoe verder we rijden, hoe meer we onder de indruk zijn en verzuchten hoe mooi het hier wel niet is. We drinken een kopje zelfgezette thee en koffie bij een lookout (vanwege het mooie uitzicht en de rust) en worden plotsklaps overladen door Chinese toeristen. Met bussen tegelijk stoppen ze op onze rustplek. Het geeft ons wel de kans om eens te observeren wat er gebeurt. De camera’s van de telefoons maken overuren, elke graad van de 360 moet worden vastgelegd. De selfiestick is inmiddels niet meer een veelgeziene accessoire, toch zien we een paar dames enthousiast de stick rond zwaaien. Heel even zat een alpine papegaai op het dak van ons little house on wheels, maar het fotomoment wordt verstoord door nietsvermoedende medetoeristen. Vlak voor de tunnel stoppen we op een plek waar de betreffende vogels, kea’s genaamd, in drietal onder onze bus gaan zitten.
Ze zijn zo groot als een kip en mosgroen van de bovenkant. Als er één wegvliegt zie ik dat zijn buik meer kleuren vertoont, rood, blauw, groen. Rare beesten zijn het, met een reputatie van eksters (brutaal op zoek naar interessante voorwerpen). Na de tunnel dalen we in een rap tempo af naar zeeniveau. De haven van Milford Sound bestaat uit veel parkeerplaatsen, een visitor’s center en op een 10 minuten loopafstand de terminal voor het vertrek van de boottochten. Het is eb en dus kunnen we een stuk wandelen over het strandje. We kijken al zo het fjord in dat we zo gaan verkennen. Op het bovendek van de boot waaien we zowat weg, maar het is de moeite waard om die steile wanden van het fjord van dichtbij te zien. We cruisen op een lekker relaxed tempo door het water, zien nog een paar zeehonden, maar helaas geen fjordlandse kuifpinguïns. De boot vaart vervolgens een waterval tegemoet, waarbij al gewaarschuwd werd dat de passagiers op het voordek 100% kans op natheid zouden krijgen. Wij staan lekker op het achterdek en zien een paar mafkezen onder die sproeier staan. We worden vervolgens gedropt bij het Underwater Observatory. Een hele ervaring: een drijvende silo van 10 meter diep in de zee. We dalen de spiraaltrap af en kunnen door de centimetersdikke ramen naar buiten kijken. Heel bijzonder is dat het fjord dusdanige omstandigheden kent, dat het voor het onderwaterleven lijkt alsof de diepzee van 200 m al op 10-30 m zit. Zo zien we dus ook zwart koraal, dat normaal gesproken dus veel dieper zit. We zien verder zeesterren, zeekomkommers, slijmvissen, schorpioenvissen en nog meer en dat dus niet in een aquarium, maar echt in de zee. Het zicht is goed en helderblauw, dat schijnt te komen omdat de zoetwaterlaag die dag erg dun is (< 0,5 m). Door de vele regen is deze meestal veel dikker en wordt het water daardoor ook wat meer bruiner en troebeler. Na de rondleiding worden we weer afgezet bij de terminal en we rijden de lange weg weer terug naar de camping. Het was een lange dag maar oh, wat zijn we onder de indruk van dit prachtige stukje aarde!